Mijn poëziealbum staat voor verbondenheid en contact houden, omdat het je verhaal aanvult. 

In mijn poesie schreven alle familieleden, leraren, klasgenoten, buurtgenoten en natuurlijk vriendjes en vriendinnetjes. Het is daarmee dan ook een aardig boekje om mensen te blijven herinneren, hoewel ik bij sommige namen geen gezicht meer heb.

Het boekje reisde ook met oma mee naar familie in Canada.

En kwam terug gevuld met mooie wensen van mijn, voor mij toen nog grotendeels onbekende neven en nichten, ooms en tantes. 

Dit zegel is trouwens van goud en een illustratie van de versieringen die in Canada werden gebruikt bij de versjes. 

I love little pussy
Her coat is so warm
And if I don’t hurt her
She’ll do me no harm.
So I’ll not pull her tail nor drive her away.
But Pussy and I
Together will play.

Graag deel ik ook het versje van neef Felix. Hij schreef in mijn album en dat van mijn twee zussen. Die versjes nummerde hij van 1 tot 3. Daarmee verbond hij ons via de poesie-albums aan elkaar.  In de mijn album staat vers 3.

To Hilde
3
Of how we all in
Canada love you all
so dearly
Love Felix [Sept. 10, 1982]

Het is niet het mooiste gedicht uit mijn poesie, maar met zijn bijdrage liet hij weten hoe belangrijk het is contact te houden met mijn beide zussen. Immers, zonder hun poesie heeft dit stukje alleen een eind, geen begin, geen midden. En wat is het leven nu, als we alleen het einde kennen.

Deel hier ook je herinneringen aan jouw album! Mail je verhaal en enkele foto’s naar vertellen@sureas.nl.