Het Poëziealbum van Charlotte

Roosjes bloeien in de haven.
Roosjes zachter dan satijn.
Liefste Maria laat je hartje
zachter dan die roosjes zijn.

Zoetgevooisde en stichtelijke rijmpjes zo herinner ik me de schrijfsels uit de poëziealbums. Niets verwijst naar erudiete mannen. En toch komt het album oorspronkelijk uit de universitaire mannenwereld. Ik schrijf mannenwereld, omdat in de eerste eeuwen studeren een alleenrecht van jongens was.

Het Album Amicorum

In het academische leven van de 15de eeuw vinden we de oorsprong van het poëziealbum. Studenten reisden door Europa met in hun knapzak een bijbel. Professoren, mede studenten en vrienden die ze op deze reizen ontmoetten lieten ze een boodschap in hun bijbel schrijven. Meestal waren het gedichten, tekeningen of andere mooie herinneringen. Het was zelfs zo populair dat er uiteindelijk bijbels met onbedrukte bladzijden verschenen. De bijbel werd een vriendenboek of ook wel Album Amicorum, een verzameling van gedichten, familiewapens, tekeningen en aanbevelingen. 

Topstuk in de Koninklijke Bibliotheek is het album van de Haagse drogist en letterkundige Samuel Johannes van de Bergh

Het is niet ingewikkeld om te bedenken dat het Album Amicorum meer iets was voor de hoogste klassen van de maatschappij.  En omdat het in die dagen voor vrouwen verboden was te studeren, is het dus ook niet vreemd dat het Album alleen onder mannen rondging.

Uiteindelijk vond het album rond 1810 zijn weg naar Adellijke jongedames. De gebonden albums van de mannelijke studenten werden vervangen door doosjes met losse bladen.
In het depot van het Centraal museum in Utrecht zijn er enkele voorbeelden hiervan terug te vinden.

Vanaf 1870 ontstond in Duitsland het huidige, gebonden poëziealbum, waarin poëzie van echte dichters werd overgeschreven. Veel van die albums werden in Nederland geïmporteerd, de opdruk in het Duits “die Poesie” is hier waarschijnlijk om die reden verbasterd tot ‘poesiealbum’.

Het poëziealbum van Liedy

Rozen verwelken

Het album zwierf dus eeuwen rond in de hoogste kringen. Maar rond 1900 werd onderwijs ook gemeengoed voor de burgers. De leerplichtwet werd ingevoerd en alle kinderen van zes tot 12 jaar moesten verplicht naar school. Nu iedereen leerde lezen en schrijven vond ook het poëziealbum zijn weg naar alle lagen van de bevolking. En zo had in de vorige eeuw bijna ieder schoolmeisje wel een eigen ‘Poesie’. Meisjes lieten er hun juffen, meesters, klasgenoten, ouders, ooms en tantes en andere familieleden in schrijven. Veelal waren het onnozele versjes en werd de pagina met een plakplaatje versierd.

Blauwe ogen rode mond staat een meisje zo gezond.

Rozen verwelken schepen vergaan maar de liefde voor jou blijft eeuwig bestaan

De een was heel kritisch op wie er in haar album mocht schrijven of tekenen, alleen de allerbeste  tekenaars of betere vrienden mochten in het album, de ander maakte zich daar niet zo druk over en ging voor zo snel mogelijk zo veel mogelijk gevulde bladzijden. 

Van poëziealbum naar het World Wide Web

In de loop der jaren is het Poëziealbum dus van mannen naar vrouwen overgegaan en van de elite naar alle lagen van de bevolking. Wat bleef is een boekje met herinneringen aan de mensen uit je jeugd.

Concurrentie

Concurrentie kwam er door de komst van het klasgenootjes – of vriendjesboek rond 1980.  Boekjes met voorgedrukte vragen variërend van adres, kleur haar, kleur ogen, tot lievelingsvakken, -leraar, -liedjes en -films. Er is ruimte voor een foto en ze zijn versierd met tekeningen van populaire films of kinderboeken.

Tegenwoordig zijn er ook vriendenboeken voor volwassenen maar bij de pubers lijkt het poëziealbum en vriendenboekje verdreven door Instagram, Snapchat, WhatsApp en Facebook.

Doe mee met deze serie over herinneringen aan je poëziealbum.

Het World-Wide-Web is nu het medium dat we gebruiken om elkaar niet te vergeten en weer terug te vinden.

Mail je foto’s en verhaal naar vertellen@sureas.nl