Het was een prachtige vrouw en ze had humor. Wanneer ik met haar over straat liep hoopte ik altijd dat we klasgenoten tegenkwamen. Dan konden zij haar jeugdige uitstraling zien en ook hoe weelderig haar dikke lokken meegolfden op de bewegingen van haar stappen.

Haar schoonheid bleef niet ongemerkt.

Op een vergeelde foto uit de oorlog zie je haar geflankeerd door Amerikaanse militairen, die in Suriname waren gelegerd.Het was niet alleen haar schoonheid die mij vervulde van trots. Ze was ook slim. Maar om de een of andere reden heeft ze nooit de behoefte gehad zichzelf op de voorgrond te plaatsen.

Ze werkte jarenlang voor een verzekeringsmaatschappij en zeker in het begin van haar carrière signaleerde ze veel zaken die handiger en beter konden. Dit deelde ze met haar baas, die het vervolgens als zijn idee naar de top bracht. Nooit heeft ze daar een probleem van gemaakt. Nooit heeft ze hoger willen vliegen, het was goed zo. Ze opereerde perfect in de luwte van de schreeuwers.

Zij was ook een “jonge” moeder.  Jong van leeftijd, op haar drie en dertigste had ze al zes kinderen en jong van geest. In het pretpark ging mamma zelfs op hoge leeftijd in de achtbaan. Ze deed het allemaal, stoere dingen, kwajongensstreken en dat allemaal zonder daar hardop over te praten. Ze deed het, het was normaal.

Super trots was ik op mijn moeder. Nu ik me realiseer dat ik dat nooit tegen haar heb gezegd, ontroert het mij. Misschien, als we samen aan de film van haar leven waren begonnen, dat ik die kans wel had gegrepen.