Het ontroerde me toch wel, om te zien hoeveel jaar je zuinig bent op zo’n boekje.
En mijn opa, eigenlijk niet een hele zachte man, die toch zelf een versje had geschreven, maakte echt nog wat in me los.

Voor Esther
Als wij varen op het Veerse meer
ben jij ons klein matroosje
Al gaat de boot eens heen en weer
dan zeg jij nog een poosje
Ga jij maar door met al je liedjes
die je uitstrooit keer op keer
Dan is het voor ons met z’n drietjes
prettig varen op het meer.
Je Opa  [Sept 1983]

De soort rijmpjes, dat zie je nu niet meer. Grappig hè? Hoe dat soort dingen symbool staan voor een periode in je leven.

Het poëziealbum herinnert mij echt aan ‘kind zijn’,
ik heb het idee dat vooral oudere mensen mij daar versjes, lesjes en wensjes in achterlieten.

Later kwam dan het vriendschapsboekje, waar je zelf vrienden voor koos, het was ook een hele eer om daarvoor gevraagd te worden!

Doe ook mee!

Deel jouw herinnering aan je poëziealbum. Wie mochten er iets inschrijven?
Waarom kan je het niet wegdoen?

Mail je verhaal en foto’s naar
vertellen@sureas.nl

Lieve Esther,
Ik wou dat ik kon toveren,
Dan toverde ik voor jou
een lange rits met toverballen
aan een heel lang touw.
Eén zo’n balletje mocht je nemen
bij verdrietjes en bij pijn.
Om die gauw weer te vergeten
en weer vlug gelukkig te zijn.
Van tante Lieske  [nov. 1982]