Mijn poëziealbums kreeg ik toen ik 6 was: een “mooi” album voor de volwassenen en een apart album voor kinderen, omdat mijn moeder altijd bang was dat het kwijt zou raken in kinderkamers. Beide albums zijn bewaard gebleven. Nu, 32 jaar later, liggen ze voor me: een verzameling van rijmpjes, versjes, tekeningen en poëzieplaatjes. 

Ik zie dat ik ook regelmatig zelf in mijn eigen poëziealbum schreef

Het Poëziealbum van Charlotte

Het is dierbaar om terug te lezen. Het kinderalbum is vol gepend door klasgenootjes, vriendinnetjes van mijn oudere broer en zusje en nichtjes. Maar ik zie nu dat ik ook regelmatig zelf in mijn eigen poëziealbum schreef…

Literaire hoogstandjes als:

Tip Tap Top, Charlotte is van drop 

xxx (datum), moet je weten, ben ik in de wieg gesmeten

en

Tip Tap Top, de datum heeft een hoedje op

Buurmeisjes die ècht konden tekenen en wiens tekeningen ik eindeloos kon terugkijken. Klassiekers als:

“Goedemorgen maandag, hoe is het met dinsdag? Zeg tegen woensdag, dat ik donderdag met de trein van vrijdag, zaterdag kom logeren”,

waarbij ik me altijd afvroeg waar zondag bleef.
Meisjes die keurig netjes lijntjes trokken, ieder hoekje hadden omgevouwen met een versje er onder, 5 rijmpjes op 2 bladzijden kregen en meisjes die schots en scheef schreven met lekkende pennen en overal vegen.

Facebook en Instagram

Dankzij Facebook en Instagram kan ik zeggen dat ik met de meeste schrijfsters (weer) in contact ben, het “oppervlakkige” Facebook-contact van het liken van elkaars foto’s en feliciteren op verjaardagen die (dankzij de versjes?) al 32 jaar in mijn geheugen gegrift staan. 

nog steeds zijn we vriendinnen

Voor mij nu de meest dierbare is de bijdrage van mijn vriendinnetje Machteld Post, de enige in dit album, naast mijn zusje en nichtjes, met wie ik nog ècht contact heb. Geschreven op 22 februari 1990.
Machteld en ik zaten op de basisschool in de klas en zij was toevallig in het huis van mijn grootouders komen wonen. Later, toen ik was verhuisd van Den Haag naar Brussel kwamen wij daar wederom samen in de klas. En nog steeds zijn we vriendinnen. We zien elkaar misschien niet ieder jaar, we spreken elkaar niet wekelijks, maar je weet van elkaar dat het altijd goed zit.

Ze zijn me allemaal even dierbaar

Het volwassenalbum. Uit dit album kan ik er niet 1 kiezen. Ze zijn me allemaal even dierbaar. Vol prachtige tekeningen, borduurwerkjes, gedichtjes en versjes speciaal voor mij geschreven in de mooiste krullerige handschriften. Juffen van de basisschool die dankzij Facebook ook weer terug zijn. De schooldirecteur van wie de laatste regels bij alle meisjes altijd waren:

Ik heb maar een wens, geen wijze les. Studeer maar hard en vlug. En kom dan maar gauw op Wolters terug als onderwijzeres.

De secretaresse van de school die vorig jaar met pensioen ging. De muzieklerares die voor mijn gevoel toen al 85 was, dus er waarschijnlijk al een tijdje niet meer is. Mijn ouders, tantes, buurvrouwen, vriendinnen van mijn moeder…

Maar helaas ook heel veel dierbaren die er al (heel lang) niet meer zijn.

Mijn oom die veel te vroeg overleed. Mijn overgrootmoeder die ik nog tot mijn 11e heb gekend. Mijn 4 grootouders die tussen 1989 en 2016 overleden en wie ik nog dagelijks mis. Mijn nichtje die 13 jaar geleden op 31-jarige leeftijd overleed.

Welke herinnering maakt jouw poëzielbum bij je los?

Doe ook mee!

Mail jouw verhaal en foto’s naar vertellen@sureas.nl

Mijn vader kan tekenen als de beste. Het versje had hij zelf geschreven. De kern is in veel meer versjes terug te lezen: dat ik snel boos werd, snel ook weer vrolijk, heel veel kletste en een grote fantasie had. Mijn grootvader, mijn grootmoeder en verschillende juffen schreven hetzelfde. Er zal wel een kern van waarheid in hebben gezeten.. of zitten?