“Met pa”, zei hij altijd. Die stem, dat zinnetje zou ik zo graag nog eens horen. Het is eeuwig jammer dat ik die niet op een bandje heb.

Volgens mij belde hij altijd op mijn vrije dag. Zo’n gesprek ging een beetje met horten en stoten. Mijn vaders stem was vriendelijk en licht. Eigenlijk heel uitnodigend. Hij was een beetje verlegen en altijd gewend dat een vrouw (mijn moeder en later zijn vriendin) het woord deed. Dus de gesprekken verliepen niet heel vloeiend. Maar we hadden elkaar veel te vertellen, want mijn vader zat nooit stil en ik ook niet. We spraken over zijn werk in de politiek en over de excursies die hij gaf in de Biesbosch, of over de bezoekjes aan familie.

Ik vond het heel leuk die telefoontjes. Hij had een fijn luisterend oor en begreep veel.

Die stem en vooral dat ene zinnetje, ik weet niet waarom ik het zo mis. Er straalde zoiets geruststellends uit.

Thuis waren anderen de lawaaimakers

Mijn vader was nooit boos. Tenminste niet thuis, niet op ons. Hij was onderwijzer en van de keren dat ik mee mocht tijdens de les, weet ik hoe zijn stem kon klinken als ie boos was: scherp en hard. Mijn zussen en ik hebben ook die stem. Als echte schoolfrikken klinken we dan haha! Mijn broer buldert, die heeft een veel lagere stem.

Mijn vader stond dus voor de klas. En als een leerling niet oplette, gooide hij er een krijtje naartoe en dan bulderde zijn stem: “Jansen, even erbij blijven!” Dat vond ik echt indrukwekkend, schrok er ook een beetje van, want dat kende ik niet van thuis. Daar klonk hij altijd heel zacht als hij praatte. Daar waren de anderen de lawaaimakers.

knauwen en veel ès en eejs

Iets uit de stem van mijn vader hoorde ik twee jaar geleden om mij heen tijdens een verjaardag van een neef. Een doordringende scherpe klank, waar je niet echt omheen kunt. Vooral mijn tante Truus heeft hem, de acht jaar oudere zus van mijn vader. Dat de klank zo scherp is, komt ook door het dialect dat ze in dat stukje van Brabant spreken, het gebied rond het Hollands Diep, dat tegen Zeeland aanschuurt. Daar knauwen ze met veel ès en eejs.

Later, toen hij al met pensioen was en rondleidingen gaf in de Biesbosch, kwam natuurlijk zijn hele onderwijzershouding weer terug. Ook daar zette hij die doordringende stem op, met veel nadruk op sommige woorden. Als ik weleens mee ging en om me heen keek, zag ik met verbazing dat anderen heel normaal op die stem reageerden. Zij namen dat volkomen serieus, terwijl ik daar stond met een mengeling van schaamte en trots.

Trots omdat hij zoveel wist en mensen zo kon boeien.

Er stond een man waar anderen naar luisterden en waar niet overheen werd gelopen. Schaamte omdat … ja waarom eigenlijk? Misschien omdat daar een man stond die ik niet zo goed kende van thuis.

Die stem, ik weet niet waarom ik het zo mis.

Ilse Knook